Docent aan het woord ... Merel Nelemans - Welzijn College ROC Midden Nederland
‘In korte tijd hebben we veel voor elkaar gekregen!’

Als we één ding hebben geleerd in tijden van corona, is het lesgeven op afstand. In korte tijd stapten we met z’n allen over naar het digitale klaslokaal. Wij waren nieuwsgierig en stelden docenten de vraag: Wat ging goed en wat kan beter? Als eerste spraken we Merel Nelemans, docent Sociaal werk aan het Welzijn College van ROC Midden Nederland.
In gesprek met Merel Nelemans
Wat zijn in jouw ogen de belangrijkste gevolgen voor het onderwijs nu we veel op
afstand werken?
“Op afstand heb je minder directe binding met studenten. Daar maak ik me soms wel zorgen over. Hebben studenten voldoende discipline om elke dag achter de laptop te zitten om lessen te volgen? Ook hoor ik dat studenten sneller geïsoleerd raken en daardoor minder lekker in hun vel zitten of zelfs depressief raken. Daarom starten we de online schooldag met een uur loopbaanbegeleiding om te kijken of iedereen nog is aangehaakt. Als extra begeleiding hebben we aan elke eerstejaarsklas een tweedejaars en derdejaars student gekoppeld; zij fungeren als peercoach.”
Hoe houd je studenten gemotiveerd?
“Ik vind het belangrijk dat je studenten het perspectief biedt om af en toe op school te mogen komen. Ik maak van mijn online lessen activerende lessen en stimuleer studenten om samen te werken. Ook zorg ik voor betekenisvolle lessen met casussen uit de praktijk, zodat studenten toch een beeld krijgen van de beroepspraktijk.”
Hoe bewaak je de kwaliteit van je onderwijs?
“Halverwege elke periode nemen we een digitale vragenlijst af bij studenten. Hierin bevragen we bijvoorbeeld hoe studenten de online lessen en loopbaanbegeleiding ervaren. Ook organiseren we tijdens de ‘bufferweek’ een studentenarena met de klassenvertegen-woordigers én organiseren we docent-evaluaties. Daarin bespreken we in kleine groepjes wat goed gaat en wat beter kan. Ook is er twee keer per week een dagstart voor docenten. We stemmen dan de lessen af en bespreken met elkaar hoe het gaat. Evaluaties zijn nu nog belangrijker dan normaal.”
Hoe zorg je ervoor dat de studenten straks klaar zijn voor het examen, maar ook voorbereid zijn op hun vervolgstudie of het werkende leven?
“We zorgen ervoor dat studenten zoveel mogelijk met de beroepspraktijk te maken krijgen. We werken bijvoorbeeld met beroepsthema’s, die zijn opgebouwd rond een casus uit de praktijk. De eindopdrachten lijken op wat studenten in de praktijk moeten doen. En waar mogelijk maken studenten tijdens hun stage kennis met de praktijk. Door de coronamaatregelen willen organisaties helaas niet meer zoveel stagiaires. Een alternatief is een werkplekleerlijn, waarbij de begeleiding vanuit school plaatsvindt. Verder organiseren we gastlessen, waar beroepsprofessionals over hun werk vertellen en soms ook een cliënt aan het woord is. Dat gebeurt nu ook online.”
Hoe zijn jullie op school omgegaan met het werken op afstand ten tijde van de coronacrisis?
“In maart zijn we volledig overgegaan op online lesgeven. Maar gaandeweg zijn we
mogelijkheden gaan zoeken om groepjes studenten toch op school te ontvangen. We
hebben de knop best snel omgezet. De lat lag niet hoog. Het MT keek naar wat we
nodig hadden en er was weinig druk. Daardoor verliep de overstap in ontspannen
sfeer.”
Kun je tips geven op basis van jouw ervaring met online onderwijs?
-
“Voorkom dat je alleen maar hoorcolleges geeft en laat studenten zoveel mogelijk
samenwerken. Online kun je dat doen in breakout rooms. Werk dan in kleine groepjes. -
Bereid je les goed voor en kijk waar je ook online activerende werkvormen kunt
inzetten. -
Sluit af en toe eens aan bij een online les van een collega. Wij hebben daarvoor een
‘kijkwijzer’ ontwikkeld waarop aandachtspunten staan. Je doet zo allerlei ideeën op! -
Ik werk zelf met OneNote. Voor ieder groepje maak ik een tabblad aan waarin ik opdrachten klaarzet. Ik bekijk de opdrachten en voorzie ze van feedback. Studenten merken dan dat je ziet wat ze doen en er aandacht aan besteedt.
-
Een hele dag achter de laptop is vermoeiend. Daarom hebben wij het rooster ingekort.”
En wat zou je anders doen, als je het mocht overdoen?
“In het begin hebben we studenten de eindopdrachten gegeven en hen vervolgens te veel losgelaten. Als ik het kon overdoen had ik hen minder lang laten zwemmen en was direct overgegaan op een online rooster. Ook had ik in het begin misschien meer voet bij stuk moeten houden om studenten af en toe naar school te mogen laten komen. Zeker voor eerstejaars is het belangrijk om binding te houden. Ze willen elkaar en de docent ook live ontmoeten.”
Hoe kunnen docenten elkaar helpen?
“Door elkaar af en toe even te bellen. En dat doen we ook. We zien elkaar veel minder en dan is het fijn om even te vragen hoe het met iemand gaat, of om met iemand te sparren als je ergens tegenaan loopt. Dat doen we nu bijvoorbeeld tijdens de dagstart.”
Wat wil je verder nog meegeven aan collega-docenten in het mbo?
“We zijn hartstikke goed bezig. Kijk eens wat we in een paar maanden voor elkaar hebben gebokst! Daar mogen we trots op zijn.”
Meer lezen?