De vierde editie van Plein M komt eraan
Een nieuwe opbouw, meer burgerschap en meer differentiatie

De vierde editie van Mens en Maatschappij-methode Plein M staat op het punt van uitkomen. In de nieuwe editie komen aardrijkskunde, geschiedenis en economie samen. Een uitdagend vak en ook een uitdagende methode om te maken. Helemaal in coronatijd, als je online moet vergaderen. “Dan komt er af en toe een kind in beeld, dat om een kusje vraagt als je aan het praten bent.”
Het vak Mens en Maatschappij is verplicht voor onderbouw VMBO, op scholen waar aardrijkskunde, geschiedenis en economie niet los worden aangeboden. Met Mens en Maatschappij krijgen leerlingen de belangrijkste lesstof van deze afzonderlijke vakken in één vak. “Daarom maak je een methode die je zo flexibel mogelijk kunt inzetten,” vertelt Millicent Kruis, eindredacteur van Plein M. “Maar je wilt er ook voor zorgen dat alle belangrijke zaken zoveel mogelijk behandeld worden.”
Dat zorgt voor de nodige uitdagingen. “Je moet een keuze maken in wat je wel aanbiedt en wat niet,” vertelt Kruis. “Dus je moet voortdurend nadenken over wat je gaat schrijven: klopt het allemaal wel en hoe blijft het een goedlopend verhaal?” Omdat de methode specifiek voor de onderbouw is gemaakt, spelen exameneisen nog geen rol. “Maar we werken wel toe naar de kerndoelen en we willen een stevige basis leggen voor de bovenbouwvakken.”
Foto: Dhr. M. Ubbink
Katernen
De vierde editie van Plein M ziet er duidelijk anders uit. “We hebben een nieuwe opbouw van de hoofdstukken,” vertelt Kruis. “Veel scholen kwamen niet toe aan de laatste paragrafen van de laatste hoofdstukken, dus we hebben het iets ingedikt. En dan moet je het boek ook iets anders indelen. Eerst hadden we vier katernen per leerjaar, dat zijn er nu drie.
Kruis gebruikt het woord ‘katernen’ meerdere keren tijdens haar uitleg. Wat ze ermee bedoelt? “Nou, er zitten allemaal gaatjes aan de linkerkant en je kunt het in een multomap stoppen,” lacht ze. Dan, meer inhoudelijk. “Eén katern is de helft van het leerjaar en daar zitten vier hoofdstukken in.” Verder kunnen leerlingen in het boek schrijven én het economiekatern is los verkrijgbaar. “En er komen online themakaternen bij,” voegt Kruis toe. “Ik weet alleen nog niet welke, want dat is afhankelijk van de actualiteit.”
Burgerschap en differentiatie
De actualiteit speelt een belangrijke rol in het vak en dus ook in de nieuwe editie. “Dit is het moment om extra aandacht te besteden aan zaken als duurzaamheid, globalisering en soortgelijke onderwerpen,” vertelt Kruis. Mede om die reden is er in deze editie meer aandacht voor burgerschap. “We hebben daar aparte paragrafen voor gemaakt,” zegt Kruis. “Het gaat met name over feiten en meningen en over hoe je argumenten kunt onderscheiden. En natuurlijk over politiek en bestuur in Nederland. Het is voor de onderbouw
geschreven, dus we proberen het zo toegankelijk mogelijk te houden en het goed te laten aansluiten bij de belevingswereld van de leerlingen.”
Nog een belangrijk verschil is dat er meer mogelijkheden voor differentiatie zijn. “In het boek zijn er na elke paragraaf aparte herhalings- en verdiepingsbladzijden,” vertelt Kruis. “Maar het komt online pas echt tot uiting. Daar kom je terecht in de persoonlijke leeromgeving.” In deze
omgeving, die al bij veel methoden wordt gebruikt, kunnen leerlingen zelfstandig werken. “Maar voor ons is dat nieuw en de auteurs moeten dus nieuwe dingen leren. Ze mochten bijvoorbeeld aan de slag met het schrijven van een scenario voor een introductiefilmpje.
De betweter
Kruis praat met trots over de auteurs van Plein M. “Onze educatief auteurs zijn echt de beste,” zegt ze enthousiast. “Je geeft ze een korte tekst en ze maken er 10, 20 opdrachten bij. Maakt niet uit. Dat kunnen ze.” Verreweg de meeste auteurs hebben gewerkt als docent of doen dat nog steeds. “Het is een enorme pré,” vindt Kruis. “De aansluiting bij de leerling in je vingertoppen hebben en goed kunnen aanvoelen hoe je een methode kunt inzetten in de klas.”
Het is veel werk om de methode te maken en dan speelt corona ook nog mee. “Wij doen ook aan online vergaderen. Dat is leuk, hoor. Dan komt er af en toe een kind in beeld, dat om een kusje vraagt als je aan het praten bent,” lacht Kruis. “Maar ik heb eigenlijk het idee dat de auteurs nog harder werken dan normaal, misschien omdat er andere dingen wegvallen.”
Als eindredacteur moet Kruis ervoor zorgen dat de vierde editie foutloos op de markt komt. “Ik ben de betweter,” lacht ze als ze haar werk omschrijft. “Gelukkig leest hele auteursteam mee. Het is echt leuk om in een team te zitten dat elkaar kan helpen. Mensen lezen elkaars stukken heel geïnteresseerd en geven heel goede feedback.”